Toespraak van Frits Gunning tijdens de Herdenking bombardementen Doetinchem. Foto: Roel Kleinpenning

Toespraak van Frits Gunning tijdens de Herdenking bombardementen Doetinchem. Foto: Roel Kleinpenning

foto Roel Kleinpenning

Herdenking slachtoffers verwoestende bombardementen (1945) op Doetinchem

De stad Doetinchem drie keer getroffen

Door Bert Vinkenborg

Doetinchem - Na de oversteek van de Rijn op 23 februari 1945 door het Canadese Tweede Leger rukten de geallieerden op naar de Nederlandse grens. Strategische doelen of plaatsen waar veel weerstand werd geboden of verwacht kwamen onder artillerievuur te liggen of werden gebombardeerd. Op 19, 21 en 23 werd Doetinchem drie keer getroffen. Het grootste bombardement was op 21 maart. 

Behalve op de binnenstad vielen bommen rond de hoek van de Terborgseweg en de Wilhelminastraat (door de bezetter omgedoopt in Thorbeckestraat}. De binnenstad met de Catharinakerk lag in puin. In totaal kwamen daarbij 133 mensen om het leven. Onder hen niet alleen inwoners maar ook evacuees, onderduikers en dwangarbeiders. Ook kwamen negentien Duitse militairen om het leven.

De herdenking op woensdag 21 maart in de Catharinakerk die werd bijgewoond door tientallen jonge en oude bezoekers waren er twee die de bombardementen persoonlijk hebben meegemaakt. Vanaf het podium vertelde Frits Gunning (94 jaar) in een indrukwekkende toespraak over zijn belevenissen tijdens en direct na het bombardement van 21 maart.

Een van de toehoorders was Henk Luesink (94) die tot drie keer op een miraculeuze wijze aan de dood ontsnapte. De eerste keer op 19 maart 1944 toen er bommen op en rond de Waterstraat vielen. Henk verschool zich onder een zware tafel van café Het Zwijnshoofd net om de hoek bij het stadhuis aan de Markt en fietste direct na de explosies door naar de ouderlijke boerderij naast het toenmalige landhuis Slingevliet. De tweede keer was op 21 maart. Hij was net weggefietst richting huis vanaf het kruispunt van de Terborgseweg met de Wilhelminastraat toen dat door bommen werd getroffen. Rond het kruispunt vielen 15 dodelijke slachtoffers. De derde keer dat hij geluk had was op 1 april. Hij stond met een groepje mensen bij het St. Jozefziekenhuis naar de voorbijtrekkende Canadese militairen te kijken toen daar Duitse granaten vielen. Henk dook in een schuttersput en bracht het er opnieuw ongeschonden vanaf. Hoewel hij al tientallen jaren op een boerderij buiten de gemeente woont slaat hij geen herdenking over.

Om precies 16.55 uur, het tijdstip waarop de bommen op de binnenstad vielen luidden de klokken van de kerken en de Van Wou-klok aan het stadhuis en was het doodstil in de kerk.

Kinderburgemeester Freek Belterman en burgemeester Mark Boumans en vooraan de oude kerkhaan van de gebombardeerde Catharinatoren. Foto: Roel Kleinpenning