Veel aandacht in de film voor ‘de gewone Achterhoeker’. Foto: scène uit de film
Veel aandacht in de film voor ‘de gewone Achterhoeker’. Foto: scène uit de film

Fons Rouwhorst houdt de Achterhoek een spiegel voor

Cultuur

ACHTERHOEK/VORDEN - Wat was typisch Achterhoeks, wat is typisch Achterhoeks en wat zal typisch Achterhoeks zijn? Drie vragen die cineast Fons Rouwhorst en regisseur Ineke Heinen zich stelden toen ze in 2019 begonnen te werken aan hun nieuwe documentaire, die op 24 februari zijn premiére beleeft.

Door Sander Grootendorst

“Fons, waar liggen de folders?” vraagt Heinen als het gesprek, dat plaatsvindt in hun Vordense woning, al tegen het einde loopt. Rouwhorst vist er eentje op. “Kijk”, wijst hij, “hier zie je in kort bestek waar de documentaire over gaat.” En dan bedoelt de filmmaker niet zozeer de woorden, maar het beeld, de foto op de voorkant: “Vanuit de auto heb je zicht op het dorp Steenderen: de kerktorens, de Aviko-fabriek, de windmolen. Verleden, heden en toekomst, zou je kunnen zeggen.” Het weidse groen springt ook in het oog. Een belangrijk onderdeel in de film. “Zestig procent van de documentaire heeft betrekking op de natuur in de Achterhoek.”

Heinen: “En let op het beeld in de achteruitkijkspiegel. We kijken in de film letterlijk terug.” Bespiegelingen over de Achterhoek, zo heet de film. Een documentaire met een filosofische inslag.

“De lijn verleden-heden-toekomst gebruik ik vaak”, zegt Rouwhorst. “In deze documentaire loopt hij vanaf de IJstijd.” Heinen: “We vroegen ons af wat nou echt het unieke van de Achterhoek is. Je kunt naoberschap noemen, maar die heb je ook in Twente.” Theo Heuvelink, als adviseur aan de film verbonden: “Maar het coulisselandschap, dat vind je bijna nergens meer zoals hier.” 

Rouwhorst: “De Achterhoek is populair, de marketing haakt erop in, het naoberschap wordt geprezen. Zonder dat we de kijkers in een bepaalde richting sturen, laten we in de film zien wat die populariteit voor gevolgen heeft. De druk die er op het landschap komt te liggen.” Heuvelink: “De inwoners komen aan het woord, wij niet. We geven alleen verschillende standpunten weer, over uiteenlopende thema’s, van landbouw tot dialect.” Heinen: “Met een vleugje humor af en toe.” Rouwhorst: “En een vleugje Bert Haanstra.” 

Een voorbeeld: “Er zit een scène in dat een beeld vanuit een kerk op een aanhangwagen wordt geladen. Symbolisch voor de leegloop van de kerken.” 

Interessant om over een film te spreken die je zelf nog niet hebt gezien. Allengs word je nieuwsgieriger, ook door de bevlogenheid waarmee de drie erover praten. Heuvelink roemt de teamgeest: “We zijn aan elkaar gewaagd, luisteren naar elkaars ideeën. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt.” 

Er zijn nog veel méér mensen bij de film betrokken. “Voor de première hebben we er honderdtachtig uitgenodigd, ze hebben allemaal op een of andere manier meegewerkt.” Van vluchteling tot burgemeester, van kasteelbewoner tot agrariër. “Ongelooflijk hoe graag iedereen een bijdrage wilde leveren. De oude GTW-bus die we ter beschikking kregen bijvoorbeeld. Gewoon, zomaar.” “De burgemeesters van Bronckhorst en van Aalten stelden allebei: We hebben weinig tijd, hooguit tien minuten. Maar al gauw zaten we een uur te praten.”

Misschien is dat óok typisch Achterhoeks – net wat meer geduld dan elders, net wat meer aandacht voor elkaar. Niet meteen in de vijfde versnelling. In de film neemt Rouwhorst ook de tijd, hij laat de opnamen spreken. “Al zit er echt wel tempo in hoor”, haast Heinen zich te zeggen. 

Rouwhorst verwacht dat het kijkerspubliek merendeels de vijftig gepasseerd zal zijn. Al weet je het maar nooit. De tiktok-generatie komt zelf wél in de film voor. Basisscholieren die vertellen wat dialect voor hen betekent. Streektaal… zal die in de toekomst nog worden gesproken? Het laat zich raden: de meningen lopen uiteen. De vraag is ook voorgelegd aan een Syrische vluchteling die zich na vijf jaar in de Achterhoek thuis voelt, hij werkt in de verzorging. “Hij denkt dat streektaal op den duur naar het archief verdwijnt”, zegt Rouwhorst. “Je kunt je afvragen of dat niet ook met het Nederlands gaat gebeuren, dat steeds meer wordt verdrongen door het Engels. Maar dat zeggen we zelf dus niet, dat zit in de film.”

Naast beeld en tekst komt muziek uitgebreid aan bod. Allemaal afkomstig uit de streek, ook nieuw gecomponeerd, onder anderen door Vordenaar Stef Woestenenk en Ben Simmens uit Gaanderen, die koormuziek schreef. “Vier koren stonden klaar. Terwijl we maar om twee hadden gevraagd.” In koor beschrijven Heuvelink en Rouwhorst het ‘klankschilderij’ dat ontstond: “Er hangt zware mist in de Achterhoek, je hoort mannenstemmen. Maar langzaam trekt de mist op, vrouwenstemmen nemen het over. En dan hoor je de Ulftse Nachtegalen.”

Typisch Achterhoeks, zeker weten: het rijke verenigingsleven. Het leidt tot filmbeelden om van te smullen, zoals van het bloemencorso in de Winterswijkse buurtschap Kotten. “Er staat vrijwel geen publiek langs de kant, maar dat wil niet zeggen dat er geen belangstelling is. Zo’n beetje alle inwoners doen zelf aan het corso mee!”

Commercieel gewin staat het trio achter de Bespiegelingen niet voor ogen, benadrukt Heinen. Rouwhorst: “Het maken van documentaires is mijn grote passie, ik wil met beelden een verhaal vertellen.” Heuvelink: “En daar is Fons sterk in. Heel sterk.”

Bespiegelingen over de Achterhoek. Duur: twee keer veertig minuten. Te zien: vrijdag 24 februari, Kulturhus Vorden (20.00 uur). Extra avond: zaterdag 25 februari (20.00 uur). Kaartverkoop: Bruna Vorden (10 euro). Reserveren: docuachterhoek@gmail.com

Zicht op het Steenderen van nu. Het verleden zit in de achteruitkijkspiegel. Foto: scène uit de film
De documentaire gaat in op de toekomst van de regio. Foto: scène uit de film
Onder leiding van dirigent-componist Ben Simmes werken de koren aan een ‘klankschilderij’. Foto: scène uit de film
Grote zilverreiger. “Zestig procent van de documentaire heeft betrekking op de natuur in de Achterhoek.” Foto: Gejo Wassink

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant