Ben Beijer.

Ben Beijer.

Roel Kleinpenning

Ben Beijer bekijkt ‘t anders: Ophumeuren

Opinie

Dat mooie woord las ik in deze krant. Het is de titel van een boek van oud-Doetinchemmer Jan. W. de Jong. Alleen de titel maakt mij al blij in deze coronatijd.

Voor zich jong voelende ouderen is het redelijk vol te houden, maar veel opgroeiende jongelui missen de mooiste tijd van hun leven. Denk zelf eens terug aan je eerste vriendje of vriendinnetje. Niks anderhalve meter afstand, we kropen zo dicht mogelijk bij elkaar. Mondkapje? Nooit van gehoord, een halsdoekje kon al in de weg zitten. De gezonde spanning voor het eerste afspraakje. 

Tegenwoordig heb ik nog wel eens wat moeite om kleine overhemdknoopjes open te krijgen. Vroeger hadden we geen enkel probleem met kleine knoopjes. Komt denk ik het gezegde vandaan: Wat zijn ogen zien kunnen zijn handen (open) maken. 

Een van onze kleinzoons vroeg mij een tijd geleden: ‘Opa, getrouwd zijn is toch bijna hetzelfde als samenwonen? Alleen is het ene verplicht en het andere vrijwillig, toch?’ Dit soort gedachten kwamen naar boven toen ik het woord ‘ophumeuren’ las. 

Onze nieuwe buren willen een tweede toilet plaatsen. Handiger met z’n tweeën. Ik vertelde dat wij vroeger thuis maar vier toiletten hadden terwijl we met z’n achten waren. ‘Vier stuks?’, vroeg ze vol ontzag. Dat was uiteraard niet zo, ik had de situatie wat op gehumeurd. Wij hadden één onverwarmd toilet, waardoor je die vanzelf niet te lang in beslag nam. Tijdens het wachten kon je de krant al vast in stukken knippen. Later kwam het grijze ‘schuurpapier’ en daarna koning keizer admiraal, Popla kennen we allemaal. 

Als ik in mijn wat oudere dag- en nachtboeken kijk, lees ik de volgende aantekeningen over januari: ‘Er zijn veel mensen met griep, maar waarom loopt de neus dan, terwijl de voeten ruiken?’ En: ‘Waarom liggen de schuursponsjes bij ons in de keuken?’ De volgende was ik na 53 jaar huwelijk ook vergeten: ‘Leven getrouwde mensen echt langer of lijkt dat alleen maar zo?’
Ik hoop dat jongelui na deze coronatijd net zo’n mooie tijd krijgen als wij in de sixties. Daarom dit versje waarin een bever terug kijkt op die zalig losse zestiger jaren.
‘Ach hadden we maar weer die flowerpower. Zo klaagt de oude hippie bever stram. Toen was je overdag een stammensjouwer, bomenknager, waterbouwer, en ’s avond kon je samen slapen, op de Dam.’

Ophumeuren, zet mij aan het denken, dus wie weet komt er ooit een werkje, ‘ voor een glimlach’ onder de titel:

goed gaon.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant