Auteur Joop Keurentjes (links) en samensteller Jan Verheijen van d'Eigenspraok. Foto Roel Kleinpenning

Auteur Joop Keurentjes (links) en samensteller Jan Verheijen van d'Eigenspraok. Foto Roel Kleinpenning

foto Roel Kleinpenning

Verhalen in Achterhoeks dialect in veurlaesnummer d’Eigenspraok

XInterviews & Achtergrond

ULFT-GAANDEREN - Dat er een groeiend regionaal chauvinisme heerst, komt duidelijk tot uiting in de groene vlaggen aan de gevels. Inmiddels is de markt overspoeld door producten met het Achterhoekse ontwerp. Van onderbroek tot sleutelhanger. De belangstelling voor de streektaal is nooit weggeweest. Zie boeken en columns. Ook activiteiten als het Streektaaldictee, Wiesneus en Plat Gespöld zijn populair. Jan Verheijen zet zich al jaren in voor het Achterhoeks via het dialectblad d’ Eigenspraok. Zojuist is een speciaal veurlaesnummer verschenen.

Door Marcel van Berkum

Ook Gaandernaar Verheijen merkt de stijgende populariteit van het Achterhoeks in het abonneebestand. Het digitale dialectblad d’ Eigenspraok  is gratis en wordt maandelijks verzonden naar zo’n 800 adressen in alle delen van de wereld. “Abonnees wonen onder andere in Amerika, Canada, Hongkong, Singapore en verspreid over heel Europa. Ik heb elke maand zo’n duizend hits”, vertelt Jan. Een deel van de abonnees bestaat uit oud-Achterhoekers. die de wijde wereld zijn ingetrokken, maar nog graag contact willen houden met hun geboortegrond. Lezen in het dialect is daarvan een uiting. 

Dialectwerkgroep
“Aan kopij heb ik geen gebrek”, zegt de samensteller. “We hebben schrijvers uit alle delen van de Achterhoek en Liemers. Zelf draag ik bij met tekst en afbeeldingen.” Hij is ook alleen verantwoordelijk voor de opmaak. Wel is er een redactie, die waar nodig corrigeert en redigeert. “Jaren geleden bezocht Ik een dialectbijeenkomst van de Oudheidkundige Vereniging Gendringen. Ik raakte gefascineerd door de taal, die ik als jongetje had gesproken, maar daarna nooit. Door de taal kwamen jeugdherinneringen terug.” Hij meldde zich aan als lid van de OVGG. De oud-docent beeldende vorming werd al snel voorzitter van de dialectwerkgroep d’ Eigenspraok. Hij tekende voor de publicatie van enkele boeken. “Publicaties maken deed ik als docent op het Isala al graag. Zo ben ik ook met het blad d’ Eigenspraok begonnen. Het eerste nummer is verschenen in januari 2019.”

Interactief
Jan Verheijen is verknocht aan zijn Apple Mac computer. In zijn atelier achter thuis in Gaanderen zit hij hele dagen voor twee beeldschermen te ontwerpen en te photoshoppen. Zijn artistieke kwaliteiten zijn overduidelijk te herkennen in d’Eigenspraok. Publicatie van het dialectblad als pdf is een bewuste keuze. Daarin kan hij veel van zijn ideeën kwijt door de interactieve mogelijkheden, die het bestand biedt. Zo kun je ook filmpjes zien en staan er legio links naar achtergronden bij de gevarieerde verhalen. Ter controle van de teksten raadpleegt hij regelmatig WALD, het Woordenboek Achterhoek en Liemers Dialect. “De werkgroep organiseerde jaarlijks goedbezochte ‘veurlaesmargens’ in het verenigingsgebouw op het DRU Industriepark waar schrijvers hun verhalen voorlezen. Door corona kon dat niet doorgaan.” Jan besloot van de nood een deugd te maken en daarom is als alternatief de novembereditie van d’Eigenspraok een ‘veurlaesnummer’. De verhalen zijn digitaal te lezen, maar met een klik is ook een geluidsopname te horen en worden veel verhalen verteld door de auteurs.

Herman van Velzen
Eén van de ‘veurlaezers’ van een verhaal in het speciale nummer van d’Eigenspraok is Theo Roes. De Doetinchemmer is de zoon van Herman Van Velzen, wiens echte naam Frans Roes was. Frans Roes, die in 1974 is overleden, was van beroep horlogemaker. Hij was geboren in Gaanderen en woonde het grootste deel van zijn leven in Hengelo (Gld.). Onder het pseudoniem Herman van Velzen schreef Roes tientallen jaren wekelijks dialectverhalen voor ‘De Graafschapbode’. De bekendste figuur uit zijn verhalen is Aornt Peppelenkamp. Van zijn verhalen is een tiental bundels verschenen. De 87-jarige zoon Theo ontfermt zich over de literaire nalatenschap van zijn vader en stelt nieuwe verhalenbundels samen. Om de schrijver te eren is er in Silvolde de Herman van Velzenstraat. In het ‘veurlaesnummer’ staat het verhaal ‘Aornt köch ‘n hond’, dat Theo ook voorleest.

Onderscheiden
Op de omslag van het novembernummer prijkt een foto van ‘veurlaezer’ Joop Keurentjes. De Ulftenaar is secretaris van de werkgroep en auteur van veel verhalen in d’Eigenspraok. ‘Ik heb veel steun aan Joop”, vertelt Verheijen. “Joop is een smakelijk verteller en een kenner van de spelling volgens WALD. Hij heeft verhalen en gedichten voor diverse kranten en tijdschriften geschreven in het Achterhoeks. Onlangs is zijn vijfde verhalenbundel getiteld ‘Bekiek ‘t ow’ verschenen.” Tijdens één van de ‘veurlaesmargens’ ontving Keurentjes in 2018 een koninklijke onderscheiding voor zijn inzet voor het dialect. Maar ook de activiteiten van Jan Verheijen zijn niet onopgemerkt gebleven. Hij werd onderscheiden met ‘De Opstaeker’, die het Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers jaarlijks toekent aan een persoon, die zich voor de streektaal verdienstelijk heeft gemaakt.

Dialectverhaal
Jan Verheijen groeide op in café Harbers in Silvolde. Zijn vader was de bekende kunstschilder Bernhard Verheijen. Het café werd gerund door zijn moeder Mieneke. Over zijn jonge jaren schreef Jan in d’Eigenspraok een verhaal. Hier volgt een samenvatting:

Toeristen in de joren viefteg
Dagjesluj kwammen met bussen, die namen droegen as ‘Weltenbummler’, bi-j ons in de zaal veur een köpken kaffee met kuuksken. Die wazzen onderweg naor het westen van ons land en mien moeder Mieneke Harbers had bedach dat ter bi-j die butenlanders ok wat te vedienen viel an pakken koffie en an kaes. Door had ze dan heupen van ingekoch. Böllekes van zo’n kilo of twee in rood cellofaan papier gongen net zo makkelek aover de teek as glaeskes bier. De chauffeur dén de passagiers naor ons toeleidde, kreg natuurlek gratis kaffee en doornaos nog een adegheidje in de voes gedruk. De dames zatten gemütlich bi-j mekaar en zongen liedjes, compleet met veurdrach. Op jonge laeftied mos ik ok wel ‘s op het markplein op de uutkiek staon um te waarschouwen as de bus der ankwam. ‘Bus!’ riep ik dan knoerhad, onderwiel ik het café binnenrennen. Geliek wier der dan begonnen met köpkes inschenken uut zo’n grote koffiezetmachine in de ‘tussenkamer’ naos de kökken. Op een gegeven moment von ik het ok wel een adeg idee um ‘bus’ te roepen en dan effen later ‘van de Gelderse Tramwegen’ derachteran, want dén stoppen ok bi-j ons vlak veur het huus. Is alweer zo lang geleien da’k ga nie meer wet of mien moeder door kwaod aover wier of dat ze door um mos lachen.

d’Eigenspraok is gratis te downloaden op:

janmac.nl/Blad/Blad

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant