Tijn Spekkink. Archieffoto: Luuk Stam
Tijn Spekkink. Archieffoto: Luuk Stam

‘Laot ow nooit kisten’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Wie antwoordt legt zijn ziel bloot. In aflevering 24 misschien wel de grootste muiter uit de Achterhoek. Hier is de ‘bierbrouwcowboy’ achter Nathals: Tijn Spekkink uit Toldijk.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Donders in orde. Mien god, wat veul ik mien goed, eigenlijk... Met mijn Nathalsbier ging ik altijd de evenementen en festivals langs. Mooi om te doen, plus: een leuk extra zakcentje. Dat kon allemaal niet met corona. Daarbij was ik podiumbouwer, dat lag logischerwijs ook ontiegelijk op zijn gat. 

Nu ben ik dit weekeinde na tijden weer op een festival met mien stand. Bij Truck en Tractorpulling Organisatie Vragender. Na een periode van stevig strijden gaat de kraan weer open op locatie. Je zou er taptraantjes van krijgen. An het ende van de regeboog steet weer een schuimende pot met goud.’’

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mien mo’:
“Iedereen die mij kent zal in gedrag gelijkenis met mijn vader zien (Spekkinks vader is Martin Spekkink, die in 2006 op zestigjarige leeftijd overleed, red.). Hij was mede-oprichter van ontmoetingscentrum Flophouse in Toldijk.

Het rebelse, recalcitrante en tegendraadse. Het ongebonden en onafhankelijk zijn. Het ondernemende. Oftewel: altied reuring proberen te brengen... Hij had het, ik heb het ook. Hij zei: als ze ons als jong volk geen jeugdsoos geven, dan bouwen we er zelf één op. Daar was Flophouse.

Dat dacht ik bij bier. Grolsch was ooit ultiem Achterhoeks bier uit Groenlo. Goed, het vertrok ineens naar Enschede. Dat was tot daaraantoe. Maar toen kwam het ook nog eens in Japanse handen. Zielloos werd het. De Achterhoek verdient eigen en onafhankelijk bier en ik ga het zelf brouwen, dacht ik toen. 

Dan mijn moeder… Het sociale in mij, het sprekken met iederene, is zij. Zij werkt in de zorg en heeft oog voor anderen. In mijn uiterlijk heb ik bovendien het meest van haar meegekregen.’’

3) Dit is mijn grootste angst:
“Angst moet je niet overschatten en ik heb er niet echt één. Angst is fantasie namelijk. Je bent bang dat er iets gaat gebeuren. Bijvoorbeeld als je met de fiets aan de bek smeert als kind, ben je bang dat dat op diezelfde plek opnieuw gebeurt. Dat beeld je je in, maar dat inbeelden is geen realiteit. Het is, nogmaals, fantasie. Dat maakt angst zinloos. Maak fantasieën niet zo groot. Laot ow nooit kisten.’’

4) Na de dood is er:
“Geen ene donder… Denk ik nu als eerst. Dus driekwart van de mensen uit deze rubriek denkt dat er wel wat is?! Hoor ik… Ja, dan weten zij weer eens meer dan ik. Denken dat het niet ophoudt biedt troost, het zal daarmee te maken hebben. Ach, laten we alle opties openhouden. We zien wel.’’

5) Dit was mijn laatste vechtpartij:
“Op het rugbyveld. Een legale beuk. We trainen met een man of dertig iedere zondag in Toldijk. Alleen trainen, geen competitie. Het moet wel clandestien blijven, háhá. Voetbal is een wedstrijd lang doen alsof je pijn hebt, rugby is een wedstrijd lang pijn voelen maar doen alsof het goed gaat.

Buiten rugby om vocht ik nooit. Op het schoolplein, in discotheken en feesttenten… Ik dook er soms tussen. Om het te stoppen. Maar zelf uitdelen? Nee, dan deel ik liever bier uit.’’

6) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Gedaan. Ik woonde in Zwolle en Enschede. Toch past de Achterhoek het best bij mij. Er waait een onafhankelijke geest rond, die helemaal bij mij past. Ik zie mij hier niet weggaan.”

7 )De mens is monogaam:
“Dat is puur de tijdsgeest. Het is dus cultureel bepaald. In de jaren zestig kon een hoop. Ik vind monogaam zijn en doen het mooiste, daar ga ik voor. Het biedt rust.’’

8) Mensen met een accent zijn:
“Mensen als jij en ik. Mensen als de koning en een boer uit de Achterhoek. Iedereen heeft een accent. Goed: er is ABN, en dat is mooi, omdat we elkaar zo nog een beetje kunnen verstaan in dit land. Als ik drie woorden ABN spreek, weten ze wel direct waar ik vandaan kom. Die herkenbaarheid vind ik machtig mooi. Onze accenten maken bovendien dat ze in de Randstad blijven horen dat Nederland niet ophoudt achter Amersfoort en Utrecht.’’

9) Toen was ik het gelukkigst:
“Geluk komt vrij snel na hard werken. Het mooiste vind ik dan: met het zweet nog veur de kop een kampvuur aansteken en samen eten en drinken met mensen die je lief vindt.’’

10) Dit komt op mijn grafsteen:
“Ik wil geen steen en begraafplaats. Mijn vader is uitgestrooid op Ameland. Daar ben ik vroeger vaak op vakantie geweest. Dat is ook mijn wens.’’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant