Kevin Raayman. Foto: PR
Kevin Raayman. Foto: PR

‘Al het mooie en minder mooie aan mij, ik gooi het er gewoon uit’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Wie antwoordt legt zijn ziel bloot. In aflevering 25 streektaalbelofte, radiorocker en de Boetners-frontman Kevin Raayman (32).

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Gespannen. We spelen straks bij Giel Beelen op Radio 2. Ook wij moeten Normaal nog altijd dankbaar zijn. Wij hoeven niet, zoals zij dat deden, eerst Hilversum af te breken voor airplay. Door Normaal is streekmuziek salonfähig. Radiostation NPO 2 heeft veel luisteraars. Dat veul ik in mien pens.’’

2) Ik lijk het meest op mien va/mo:
“Enkel vanuit het muziekstraatje bekeken: mijn moeder. Wij woonden altijd naast mijn opa, haar vader. Die speelde orgel en accordeon. Door opa ging ik accordeon spelen. Later luister je vaders platen - met Golden Earring, CCR en Normaal - en dan word je gitaarverliefd.

In uiterlijk leek ik als kind het meest op mijn moeder. Nu zie ik foto’s van mijzelf en komt vanzelf Stef Bos in je kop. Een cliché, maar ik lijk steeds meer op die ouwe.’’

3) Dit is mijn grootste angst:
“Nog altijd: het podium opgaan. Ik hoef niet over te geven, zoals Danny Vera nog altijd schijnt te doen. Maar trillen, shaken. Die spanning is te pareren met alcohol. In de eerste jaren zochten we weleens de grens op. Maar daar word je loom van. Dus - na hooguit twee biertjes - duik ik met spanning de bühne op.’’

4) Na de dood is er:
“Niets. Ik kom wel uit een katholiek dorp, Braamt. En de gedachte is mooi, leven na de dood. Maar ik geloof er niet in.’’

5) Toen was ik het gelukkigst:
“Onze eerste plaat, eerste keer Huntenpop, eerste keer Zwarte Cross, voorprogramma Normaal. Dat zijn shots van geluk. Maar periodes typeer ik ook als gelukkig en minder gelukkig. In dat kader ben ik eindelijk weer echt gelukkig.

Ik ben nu alleen in dit huis, maar woonde samen. Twee mensen kunnen niet lekker in een relatie zitten, maar eentje zet de stap naar het einde, dat weet iedereen. Dat was mijn ex. 

Ze vertrok en daar zat ik: geen bank, tv, tafels. Ik had alleen mijn gitaar en platen… 

Ik heb best een pessimistische aanleg en werd echt somber. Ging later ook naar de huisarts voor ondersteuning. Schrijf dit alsjeblieft gewoon op. Ik vind het belangrijk te benadrukken dat wanneer je weinig of totaal geen licht aan het einde van de tunnel ziet, het er wel is. De eerste stap daarnaartoe is: praten over je issues, lucht je hart. Bij vrienden of professionals.

Ik kwam erbovenop en heb daarbij weer een nieuwe liefde.’’ 

6) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Nee. Ik heb zelfs geen familie die buiten de Achterhoek woont. Vrienden, familie en De Graafschap, alles wat ik wil omhelzen is hier. Waarom zou ik weggaan?!’’

7) Dit was mijn laatste vechtpartij:
“Háhá… Wat nu dan. Ik ben niet zo’n vechtersbaas. Maar met een slok op kan ik een enkele keer baldadig, opstandig of kwaad worden. Niet iets waar ik trots op ben. Maar al het mooie en minder mooie aan mij, ik gooi het hier eruit.

Alleen… Wanneer was de laatste keer? Aah, ik heb ’m. Een groot piratenfestival. Onze drummer was backstage bij het inladen gevallen, heel zijn elleboog open. Wij naar de EHBO. Ik maakte een fotootje: kiek ons noe bie de eerste hulp. Máár… De privacywetgeving was net ingegaan. 

Een organisatielid vond het niet leuk. Of ik die foto direct wilde verwijderen! Klik, gedaan. Maar hij kwam maar terug om te preken en te vragen: is die foto echt weg. Ik was het - op een gegeven moment - zat en gaf hem een kleine duw. Meer niet. Nee, ook dan ben ik niet iemand die een ander even op zijn muil slaat.’’

8) De mens is monogaam:
“Bij echte liefde wel. Ik ga hier niet heilig doen. Niet in mijn vorige relatie of in mijn huidige, maar in een relatie daarvoor reed ik een scheve schaats. Veel van geleerd, want je bedondert de ander. Dit moet ik nooit meer doen, wist ik.’’

9) Mensen met een accent zijn:
“Prachtig. Ik ging studeren in Nijmegen en probeerde het eerst te verbergen. Tot ik ineens in een werkgroep zat waar Limburgers plat Limburgs spraken. Ik gooide mijn dialect erdoorheen en we verstonden elkander. Een kantelpunt: vanaf noe lul ik ök zoals ik gebekt bun. Dacht ik.’’

10) Dit komt op mijn grafsteen:
“Begraven of cremeren? Is dan eerst de vraag. Dan toch begraven en misschien een tekstfragment uit Normaals Ballade van een muzikant: Roadies pakt de show in ‘n kist. Wat een mooie zin.’’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant