Marlies Claasen. Foto: PR
Marlies Claasen. Foto: PR

‘Polygamie, monogamie, enzovoorts… Het bestaat allemaal’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Wie antwoordt legt zijn ziel bloot. In aflevering 26 regionaal tv-gezicht, zangeres en presentatrice Marlies Claasen (50) uit Zutphen.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Dat ik mij goed voel. Als dagvoorzitter heb ik een aantal leuke opdrachten gedaan. Het is een administratie-dagje, factureren geblazen dus. Ik ga straks wandelen met mijn dochter en dan schijnt de zon ook nog eens.

Ik probeer te genieten van die ogenschijnlijk kleine dingen, in de wereld waar ik mij zorgen over maak. Het klimaat, plastic soep, de oorlog in Oekraïne. De jaren waren lang zorgeloos. Dat is voorbij.’’

2) Ik lijk het meest op mien va/mo:
“Mijn ouders leven helaas niet meer. Van allebei hield ik evenveel en van allebei heb ik ontegenzeggelijk dingen meegekregen. Maar ik moet kiezen begrijp ik…

Dan toch mijn vader. Hij was leraar en ik zat zelfs nog als kind bij hem in de klas. Hij kon een klas zo boeien, dat het lokaal eigenlijk zijn podium werd. Ergens was-ie zo ook acteur. Het optreden of presenteren is mijn werk geworden. Daar zitten de raakvlakken. Mijn vader heb ik alleen gekend als een kale man, maar mijn krullen komen ook van zijn familiekant.

Voor de rest zijn mijn volle lippen misschien opvallend. Hoe ik daaraan kom is mij een raadsel. Mijn vader en moeder hadden allebei streepjes van lippen. Misschien heeft de natuur die van mijn ouders, om mij te matsen, opgeteld?’’

3) Na de dood is er:
“Geen hemel of hel maar wel iets. Iets dat wij dán pas zullen ervaren. Niemand weet nu nog wat, maar een bepaalde energie van jou zal doorgaan, daar geloof ik heilig in.’’

4) Toen was ik het gelukkigst:
“Ik krijg twee momenten binnen. Staand op een berg in Oostenrijk, die ik bezocht. Je ziet sneeuw op de bergtoppen, en daaronder water stromen, de zon schijnt. Secondes worden uren, zo geniet ik, zo zit je in die omgeving en dat moment. En dan vraagt je gezin: ‘Wanneer zullen we weer verder lopen’, terwijl jij nog wel even kon blijven.

Het andere gaat over optreden, dat je al zingend opgetild wordt en even helemaal in het moment zit. De band, de zaal… Alles valt samen.’’

5) Ouder worden is:
“Een voorrecht, daar moet je niet kinderachtig over doen. Om mij heen zag ik dat mensen vijftig worden een hele stap vinden. Maar nee, oud voel ik mij niet. En fysiek gaat het ook goed. Op - nu dan even - mijn oog na. Ik heb aan één oog netvliesloslating. Dat kan in ernstige gevallen leiden tot slechtziendheid of blindheid. Maar ik ben positief gestemd en weet en voel dat mijn zicht na de ingreep compleet herstelt.’’

6) De mens is monogaam:
“De mens kun je weer verdelen in type mensen hierin, denk ik. Polyamorie, polygamie, monogamie, enzovoorts… Het bestaat allemaal. En ik ken wel iemand wiens relatie polyamorie te noemen is. Met mijn lief Tom Klein ben ik zielsgelukkig, monogamie past bij mij, dus. Maar ik ben hier heel liberaal in. Iedereen moet het zo inrichten als hij of zij wil.’’

7) Mijn laatste vechtpartij:
“De sportschool en dan met de boksbal… Ik ben totaal geen vechtersbaas, ik herinner mij geen vechtpartij. Ook op het schoolplein niet? Vraag je? Ik herinner mij dat een meisje vroeger eens drinken over mij heen gooide bij de McDonald’s. Maar die wrevel zat vooral bij haar en ook toen: geen agressie.’’

8) Wie is je held/ heldin?
“Poeh… eerlijk? Ik heb niet één iemand die ik als held bestempel. Wel mensen die ik bewonder. Zangeres Eva Cassidy inspireert me enorm. Zo puur en eerlijk! En ook nog eens spatzuiver… Tim Hofman vind ik ook fantastisch. Zoals hij dingen aan de kaak stelt… chapeau.’’

9) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Ik ben in het Utrechtse Vreeland geboren, dus dat kan ik. Later studeerde ik in de stad Utrecht. Wij wonen nu in Zutphen, mijn man is geboren in Groenlo. Hij zegt: mensen in de Achterhoek kennen een bepaalde ontwapenende openheid, waarmee ze zich onderscheiden. Dat is denk ik goed getypeerd.’’

10) Dit komt er op mijn grafsteen:
“Blanco, niets. Ik wil geen steen. Ik zal denk ik wel begraven worden, alhoewel ik cremeren en je as uitstrooien ook prima zou vinden. Tom en mijn dochters zouden toch een plek willen hebben, om naartoe te gaan mocht ik niet meer leven. Dat begrijp ik en dat moet je meewegen. Begraafplaatsen zijn zo strak en zo aangeharkt. Dat is en wordt niets voor mij, haha. Dan zou ik een plek op een natuurbegraafplaats - zonder een grafsteen - wel iets vinden.’’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant