Natasja Thijssen. Foto: PR
Natasja Thijssen. Foto: PR

‘Godzijdank is het niet voorbij straks’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers helse stellingen. In deze aflevering Natasja Thijssen (49) uit Halle. De bassiste staat in Achterhoekse Deerns, het fonkelnieuwe boek over Achterhoekse wereldvrouwen.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Goed. Ik heb straks een optreden in Dordrecht, bij het Big Rivers-festival. We staan met Best of Foo op een boot. Ik neem zo nog even de nummers door en dan ga ik.’’

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mo’:
Ik bun een Theesens, dus mien va. Het karakter vooral. Eigenwijs. Ik heb verzonnen hoe de dingen gaan. Dan is het lastig als ze anders gaan, bijvoorbeeld in ons huishouden. Het uiterlijk is mijn moeder. Met name het gezicht.’’

3) Mijn grootste angst:
“Voor de ouder in mij het klassieke: je kleine kinderen gaan fietsen... Als ze maar heel terugkomen. Ze zijn nu elf en negen en dan gaan ze er straks ook nog bij stappen, ook nog.

Ik heb ook wel onbenullige angsten. Spinnen, bijvoorbeeld. 

Vroeger was ik helemaal gek van achtbanen, daar durf ik nu gek genoeg niet meer in, pure angst. Of zo’n ding met stoeltjes in een cirkel, dat van heel hoog naar beneden sodemietert. Vroeger: fantastisch. Nu: kapotgaan, shaken, niet meer durven. 

Maar ik hoor nu dat je ook meer risico’s neemt als je jong bent. Hersendelen zijn als je jong bent nog niet volgroeid.
Zeg je? Waardoor je de gevaren niet ziet, die de oudere versie van jezelf later wel ziet? Nou, dat kan goed een uitleg zijn waardoor deze liefhebberij van mij in angst is omgeslagen.’’

4) Mijn mooiste momenten met Oxx:
“Och... De OXX-band! De legendarische formatie rond Jan van Os, waarin ook ik speelde. Jan is al een tijdje dood, maar ik denk veel aan hem. Dat schizofrene in hem, fantastisch. Eerst op het podium met pils op versterkers in brand laten vliegen en vuurspuwen… De volgende dag thuis koffie inschenken in deftig porselein. En later schimmelkaas met stokbrood serveren, als een echte heer. 

Hij nam me bij optredens - na twee flessen wijn en een halve fles Jägermeister achter de kiezen - altijd op zijn schouders. Ooh, moeten we dit doen, lazeren we niet om, dacht je dan… Maar het ging altijd goed.

Met drank op ging de kop bij Jan ook weleens verkeerd staan. Een keer was-ie zo boos dat hij ging dreigen om zichzelf uit de bus te gooien op de snelweg, we reden slechts 130... Hij gooide zo die deur open. Daarna moest-ie altijd verplicht in het midden zitten.”

5) Na de dood is er:
“Ik geloof niet in God. Wel in iets als een hemel. Je vertrekt niet, je blijft in de buurt. Een zoontje van mij is overleden. Toen ben ik mij gaan verdiepen: zal hij er nog zijn? Weg is niet weg, ontdekte ik. Mensen die spiritueel begaafd waren, die ik leerde kennen, konden contact maken met mijn zoontje. Godzijdank is het niet voorbij straks. Geliefden zijn dichterbij dan we denken, wie weet luistert mijn zoontje nu mee.”

6) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Nooit. Tenzij ze het hier zo betegelen en asfalteren als in de Randstand. Dit landschap en de ruimte is zuurstof voor mij. Laten we ervoor strijden dat projectontwikkelaars geen grip krijgen op de Achterhoek. Je ziet dat ze steeds meer gaan bouwen hier. In het geval dat de Achterhoek helemaal wordt volgebouwd vertrekken we naar Canada, zeggen mijn man en ik weleens gekscherend tegen elkaar. Ruimte zat.”

7) Ouder worden is:
“Genieten hoe je kinderen hun eigen weg vinden, in mijn geval. Je krijgt grijs haar of een rimpeltje, maar botox? Begrijp ik niets van! Ik verander mijzelf niet, gaan niets straktrekken. Ouder worden kan óók mooi zijn. Rockartiesten hebben gelukkig geen houdbaarheidsdatum volgens mij. Kijk naar The Stones. Die Keith Richards heeft nu werkelijk iedere letter van het alfabet in zijn gezicht gebeiteld en gaat gewoon door.”

8) De mens is monogaam:
“Ik zou de mens dan weer onderverdelen in twee soorten: de monogame en niet-monogame soort. Sommigen kunnen het, anderen totaal niet. Om mij heen zag ik muzikanten met in ieder stadje een ander schatje. Dat zou ik niet kunnen. Ik ben altijd monogaam geweest.”

9) Mensen met een accent zijn:
“Zoals ze moeten zijn: zichzelf. Ik merk dat de jeugd in de Achterhoek soms met een r praat. Verschrikkelijk. Komt door die Tiktok-filmpjes van influencers, vrees ik. Laatst hoorde ik hier een groepje jonge meiden praten: ‘r’, ‘r’, ‘r’. Het leek wel het Dolfinarium. Laten we Achterhoeks blijven praten. Gelukkig zijn er streektaalpromotors als Johan Godschalk en Bökkers.’’

10) Dit komt er op mijn grafsteen:
“Weg is niet weg.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant