Ben Beijer.

Ben Beijer.

Roel Kleinpenning

Ben Beijer bekijkt ‘t anders: Onkruid

Opinie

De Walmolen blijft een van de meest gefotografeerde gebouwen in Doetinchem. Toeristen willen met de bloemen en molen op de achtergrond op de foto. Een mooie herinnering aan die groene stad aan de Oude IJssel, nu dat nog kan. Dat wordt steeds moeilijker. 

Het onkruid staat inmiddels zo hoog dat gezinnen met kleine kinderen al bijna te laat zijn. Er staan duizenden plantjes bij de Walmolen en de C. Missetstraat. Die plantjes worden inmiddels overwoekerd door oprukkend onkruid. Je zult maar bij de amarantenfamilie horen, daar gaat het vermenigvuldigen sneller dan vroeger bij ons in het konijnenhok. De wel tot een meter hoog groeiende Melganzenvoet hoort tot die familie. Gemakkelijk te verwijderen je hoeft je nauwelijks te bukken. In volle bloei verspreiden zich honderden zaadjes die voor evenveel nakomelingen zorgen. 

Ik moet denken aan Rietje, de vrouw van Toon Hermans. Toen zij ontdekte dat ze zwanger was, zei ze: “Het zaad is niet op de rotsen gevallen, Toon.” 

Het kan ook anders: als ik op mijn rondje stad langs het water loop, geniet ik van de prachtige bloemenzee in het Riverpark ter hoogte van de Gaswal. Geen familie van de amaranten te bekennen. Wel zes vrijwilligers die op de knieën perken onkruidvrij maken en houden. Zij redden het park, waar de laatste maanden verder geen activiteit te zien is. 

Iedere vrijdagmorgen staan zes vrijwilligers klaar om de Japanse duizendknoop en ander onkruid aan te vallen. ‘ Voorman’ Harry heeft zelf het initiatief genomen hier aan de slag te gaan, maar wacht nog steeds op de beloofde container voor gereedschap et cetera. Een man naar mijn hart die een mooi oud gezegde paraat heeft: ‘Wie één jaar zijn onkruid laat staan, kan zeven jaar heen wieden gaan’. 

Niet iedereen met goede bedoelingen heeft groene vingers. Ik heb ooit een lading bloemzaad gekocht voor onze tuin en die gezaaid en verspeend in zelf gemaakte bloembakjes, geleerd van mijn opa. Toen Anke ’s avonds naar de sport was, heb ik als verrassing de ongeveer vier centimeter hoge plantjes op kleur en soort gepoot. Om de paar dagen keek ik onopgemerkt of ze al gegroeid waren. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat ik op een vrijdagavond thuis kwam en Anke vol trots zei dat zij ‘de héle tuin al had gedaan’. Heb je het weekend lekker voor jezelf, zei ze nog.
Het onkruid was weg, dat wil zeggen: onkruid en plantjes waren keurig in de container beland.

Wij houden het samen ook zonder eigen plantjes goed vol, kijken naar de Walmolen en elkaar en weten; onkruid vergaat niet.

Goed gaon

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant