Ben Beijer.

Ben Beijer.

Roel Kleinpenning

Ben Beijer bekijkt ‘t anders: Voor Doetinchemmers

Opinie

Als wij tijdens vakantie Haarlem binnenrijden, zien we twee kerktorens. Het lijken tweelingen, de een wit, de ander grijs. Op de Grote Markt staan we even later voor de Sint Bavokerk met historische winkeltjes tegen de kerkmuur. De Bavokerk is mooi, al had ik mij die voornamer voorgesteld, komt waarschijnlijk omdat ik die ken uit verhalen van een van mijn favoriete schrijvers/ woordkunstenaars: Godfried Bomans.
Hij kon zijn stad net zo mooi omschrijven als de benen van Marlène Dietrich. ‘Had mijn vrouw maar één zo’n been’, zei hij tijdens het Grand Gala du Disque.
Als wij onze ontdekkingstocht vervolgen, bezoeken we een van de vele hofjes die de stad rijk is. We staan in een oase van rust in de Hof van Sylvius. Een aardige dame ziet ons genieten en spreekt Anke aan. We komen in een geanimeerd gesprek. De dame legt ons uit dat dit de achtertuin was van de eeuwenoude burgermeesterwoning. Zij woont en geniet zelf in een appartement aan het hofje.

Anke vertelt dat wij ook zo genieten van het prachtig uitzicht op de Walmolen, de Oude IJssel en de daar flanerende mensen. “Wat leuk”, zegt Paula Zuidhof, “ik kom uit Doetinchem, was vroeger journalist voor de Graafschapbode, en toen wij hier kwamen wonen bij het Haarlems Dagblad. Tegenwoordig ben ik stadsgids en schrijf over de stad. Als jullie willen haal ik een door mij geschreven boekje over Haarlem.” Even later schenkt ze ons een kleurrijk boekje met eigen foto’s en tekst van haar hand.
Als ik over mijn bewondering voor Bomans vertel, neemt Paula ons mee op een privé rondleiding door haar stad. Via smalle bloemrijke straatjes komen we in de Wijngaardtuin, met bescheiden borstbeeldje van mijn held.
Bij de Bavokerk begrijp ik dat ik die ten onrechte heb aangezien voor imposante Kathedrale Basiliek Sint Bavo. De grijze toren van de Bavokerk is van hout overdekt met een laagje lood. De met witte stenen gebouwde toren werd rond 1514 afgebroken vóór die zou instorten. Men wist toen nog niet zoveel over het gevaar van de constructie en die witte steensoort, vertelt Paula verontschuldigend.
Ik vertel haar dat de geschiedenis zich herhaalde in Doetinchem bij schouwburg Amphion. Volgens de geleerden blijkt dat iets met vakmanschap en zwaartekracht te maken te hebben.
Als we in ons hotel zijn, zie ik de opdracht pas die Paula in het boekje heeft geschreven: ‘Voor Doetinchemmers’.

Goed gaon