Het publiek luistert aandachtig naar het gesprek tussen Jeroen Dijsselbloem en Wendelien Wouters. Foto: Roel Kleinpenning
Het publiek luistert aandachtig naar het gesprek tussen Jeroen Dijsselbloem en Wendelien Wouters. Foto: Roel Kleinpenning foto Roel Kleinpenning

De Onderwijsfamilie van
Jeroen Dijsselbloem

DOETINCHEM - Op donderdag 10 maart presenteerde Jeroen Dijsselbloem zijn nieuwste boek ‘De Onderwijsfamilie’ in Amphion voor een auditorium gevuld met meer dan 150 aandachtige toehoorders; de meesten kennelijk afkomstig uit het onderwijs. Dat het niet alleen over zijn familie zou gaan, bleek al snel. Met de vier generaties die in het onderwijs werkzaam waren als kapstok plaatste Dijsselbloem het onderwijs niet alleen in historisch perspectief, maar noemde ook de problemen van nu. Presentator Wendelien Wouters ging in dialoog met Jeroen Dijsselbloem en betrok het publiek regelmatig bij de discussie.

Door Bert Vinkenborg

Dijsselbloem (56 jaar) heeft een respectabele staat van dienst. Ooit begon hij aan de Landbouwuniversiteit Wageningen waar hij als ingenieur in de Landbouweconomie afstudeerde. Zijn loopbaan leidde hem via de Europese delegatie van de Tweede Kamerfractie van de PvdA en een functie op het Ministerie van Landbouw en Visserij naar onder meer het lidmaatschap van de Tweede Kamer met in 2012 het ministerschap van Financiën in het kabinet Rutte II. Zijn optreden in Europa als voorzitter van de Eurogroep met onder andere de confrontaties met de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker en de regering van het armlastige Griekenland (“Je kunt niet eerst je geld aan drank en vrouwen uitgeven en dan om steun vragen”) leverde hem niet overal sympathie op. In 2017 besloot Dijsselbloem de politiek te verlaten hoewel hij bij de verkiezingen in maart van dat jaar nog meer dan 50.000 voorkeursstemmen had verworven. Blijkbaar konden de kiezers zijn optreden wél waarderen. Per 1 mei 2019 werd Dijsselbloem voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid OVV.
Dijsselbloem heeft twee boeken op zijn naam staan. Het eerste ‘De Eurocrisis’ heeft als onderwerpen zijn tijd als voorzitter van de Eurogroep en de Europese staatsschuldencrisis. In zijn tweede boek ‘De Onderwijsfamilie’ duikt hij in zijn familiegeschiedenis. Het onderwijs van toen en de problemen van nu binnen het onderwijs waren de onderwerpen van de avond in Amphion.
De stemming onder de toehoorders die door gespreksleider Wendelien Wouters gepeild werd was duidelijk kritisch met betrekking tot het onderwijsbeleid van de huidige regering. Toen bij zitten en opstaan gestemd werd over het gebrek aan vertrouwen in het huidige kabinet bleven weinig mensen zitten.
Dijsselbloem stelde vast dat de relatie tussen schooldirecteuren en ouders van leerlingen totaal anders is geworden. Op dit moment zijn diverse scholen verwikkeld in juridische procedures met ouders. Iets wat vooral in de laatste tien tot twintig jaar de kop heeft opgestoken. Zijn conclusie is: “We zitten in een diploma democratie. We zijn over-voorzichtig met en overbezorgd over onze kinderen. Het individuele kind op een troon zetten schiet te ver door.”
Een van de gevolgen is wat Dijsselbloem ‘de huiswerk industrie’ noemt. Instituten die na schooltijd kinderen begeleiden in het maken van huiswerk en het voorbereiden op toetsen. Daar wordt goed aan verdiend, maar het werkt de ongelijkheid in de hand. Immers, niet alle ouders kunnen zich dit permitteren. Hij denkt dat de scholen op dit punt te kort schieten. “Extra begeleiding na schooltijd moet niet nodig zijn. De scholen moeten hun programma zo inrichten dat het overbodig is.” Over het verlagen van de toelatingseisen van de Pabo omdat er een tekort is aan leraren: “Helemaal verkeerd, je moet de toelatingseisen juist verhogen.”

Leraar de ruimte
Het overheersende thema is het tekort aan leraren, te weinig leercultuur en het ontbreken van de mogelijkheid leraren regelmatig bij te laten scholen zoals in andere beroepsgroepen vaak wel het geval is. Budgetten voor bijscholing zijn er, maar ze blijven voor het overgrote deel onbenut.
Uit een rondvraag onder de aanwezigen blijkt dat de meesten niet kiezen voor het aanzien van het vak of voor het salaris, maar in de eerste plaats voor de erkentelijkheid van de leerlingen. Leraren willen respect en waardering; ook van de ouders.
De leraren mogen naar voren komen met hun wensen op een stuk papier. Een bloemlezing daaruit: kleinere klassen, ontzorg de leraar, breng de scholen terug naar de dorpen, heb vertrouwen in de docenten en pak je eigen regie en kijk niet naar Den Haag.
Als we Dijsselbloem vragen wat het belangrijkste is wat hij vanavond heeft gehoord, is zijn antwoord: “Autonomie. Geef de leraar de ruimte en voer met elkaar het gesprek. Wacht niet op Den Haag."
Over zijn afscheid van de politiek, is dat definitief? Jeroen Dijsselbloem: “Zeg nooit nooit."