Ben Beijer.

Ben Beijer.

Roel Kleinpenning

Ben Beijer bekijkt ‘t anders: Andere tijden sport

Opinie

Er stonden stukken in de krant en haalde het journaal: “Er is een groot tekort aan ijsmeesters in ons schaatslandje.”
In Doetinchem kennen we dat probleem niet bij de ijsbaan die dit jaar inclusief een prachtig ‘rondje om de kerk’ zou worden aangelegd. Door de stijgende besmettingen en goede zorg van het Binnenstad Bedrijf over de oudere vrijwilligers gaat dat schaatsfeest niet door.
Helemaal mee eens, al denken onze kleinzoons daar net als bij het vuurwerkverbod heel anders over.

Bij Mooi Koor Man, en vrienden, stonden ook dit jaar weer 53 ijsbaanvrijwilligers van het actieve mannenkoor in de startblokken waaronder zes gediplomeerde ijsmeesters. Hier geen wakken te bewaken maar om de baan in optimale conditie te houden.
Ook ik volgde de ijsmeesteropleiding (mijn specialisatie; chocolade schepijs). Jong geleerd is oud gedaan: Achter ons huis mochten wij zeventig jaar geleden onze eerste schaatsbaan aanleggen. Samen met pa lieten wij het ‘hofpad’ onder water lopen. Daar leerden wij ons vasthoudend aan de laagste waslijn de eerste slagen. Onze baan mocht net zo lang blijven als we wilden. Ma hing de was wel in de bijkeuken.

Jos Tiemessen wilde de ijsbaan om de kerk twee weken langer laten liggen voor de schaatsjeugd. In tegenstelling tot mijn ouders kreeg hij echter geen toestemming van de gemeente voor een extra periode. Daar blijk je dan een bouwvergunning voor te moeten aanvragen. Geen onwil van ambtenaren, maar regeltjes waar men zich blijkbaar aan moet houden. Wij gingen vroeger ook naar de gracht om kasteel Slangenburg. 

Mijn jongste broer en ik hadden oude schaatsen zonder hak- en teenleer gekregen van oom Albert, Friese doorlopers. Dat doorlopen moest je letterlijk nemen. De schaatsen waren zo bot dat je wel moest lopen.
Pa maakte van oude fietsbanden, hak- en teenleer. De onderdelen werden bij elkaar gehouden met ijzerdraad. Door de ingebrande gaten werd tochtband gedaan om de schaatsen onder te binden.
Op onze oude fiets gingen wij naar de Slangenburg. Bij het ‘beentje over schaatsen’ ging er nogal eens iets mis, waardoor het ijzerdraad losliet en de schaatsen aan onze verkleumde voeten bengelden. Daar geen ijsmeesters om te helpen maar naar huis fietsen en hopen dat pa thuis was om met ijzerdraad en nijptang de boel te herstellen. We fietsten eigenlijk meer dan we schaatsten.

De kans op wielrensucces was dus aanmerkelijk groter dan triomfen op de ijsbaan. Echt andere tijden sport.

Goed gaon.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant