Schrijver Mahmut Erciyas met de moeder van Carina Thuijs. Foto: André Valkeman
Schrijver Mahmut Erciyas met de moeder van Carina Thuijs. Foto: André Valkeman

Carina, Achterhoekse bloem in Turks bloedbad

Maatschappij

DOETINCHEM - Carina Thuijs. Haar naam is in Turkije bekend, in Nederland vergeten. In 1993 kwam de Doetinchemse studente onbedoeld in Turkse volksrellen terecht, het werd haar dood. Wie was zij en waardoor stierf ze? Vragen die schrijver Mahmut Erciyas bij de strot grepen. Hij zocht antwoorden en schreef het boek: Carina Thuijs en het bloedbad van Sivas.

Door André Valkeman

1993 I
Madimak Hotel, 2 juli 1993. Buiten hoort Carina Thuijs een menigte. Mensen schreeuwen met glottale aanzet. Duizenden Turken - met name conservatieve moslims en extreme nationalisten - zijn op jacht. Op jacht naar de mensen waar zij, als jonge studente (22) culturele antropologie, tussenzit.

De hotelbezoekers zijn de vrijdenkers van Turkije en nemen deel aan een festival in Sivas. Velen behoren tot de alevitische gemeenschap. Stromingen binnen de alevieten zien zichzelf als moslim, maar hebben wel een vrijzinnige blik op dat geloof. Ze zijn daarom een schande voor de islam, betogen relschoppers. De politie houdt ze buiten, maar voor hoelang nog?

Carina (22) zit op de vierde etage met meisjes en vrouwen. De mannen zijn inmiddels naar lagere etages gegaan om als eerst te vechten, mocht het tot een lynchpartij komen. Dan gebeurt er iets waar niemand op rekent. Er vliegen in benzine gedrenkte lappen naar binnen, als fakkels ontstoken met vuur. Licht en stroom vallen uit, overal is rook. Gaan ze dit overleven?

Als je de 35 slachtoffersnamen ziet Mahmut, zal iedereen één ding opvallen…
“Doetinchem als geboortestad, tussen al die Turkse steden. Carina was de enige buitenlandse dode. Dat maakt haar bekend in Turkije, helaas is Nederland haar vergeten. Mijn boek is hopelijk een eerbetoon. Carina dreigt vergeten te worden, dat mag niet.’’

Waarom is ze vergeten?
“Het was 1993. Het westers vizier stond nog lang niet op islam-fundamentalistische aanslagen. Nine eleven? Het was nog niet gebeurd. Was zo’n ramp als nine eleven al geweest, dan had iedere Nederlander haar gekend.’’

Is er nog spanning, als je een verhaal researcht waar het vreselijke einde van staat?
“Heel gek misschien: maar enorm veel. Ik construeerde hoe Carina in dit noodlot terechtkwam. Een culminatie van keuzes en toevalligheden. Och, als zij hier rechts of links was gegaan, denk je dan... Een voorbeeld: ze ging culturele antropologie studeren, een b-keuze. De modeacademie was haar vurige wens. Wat als ze daar niet afgewezen was? Dan was ze vast niet in Turkije geweest. Voor antropologie moest ze naar het buitenland, ze koos voor Turkije.

Haar basisschooltijd was wel redelijk gangbaar. Al zijn er best spanningen in haar jeugd, die weer als slijpsteen voor haar geest fungeren. Haar moeder leeft dan nog in een huwelijk met haar vader, maar koestert gevoelens voor vrouwen. Je ziet dat ze zo een kritisch en interessant persoon werd. Kritisch op man en vrouw-verhoudingen, op rolpatronen.

Haar humaniteit ging verder. Ze demonstreert tegen kernwapens als scholier en steunt - nog erg jong - feministische standpunten. Ze hing het niet aan de grote klok, maar ze schilderde, dichtte en ontwierp mode. Een meisje dus dat de wereldcultuur wil ontdekken, die lust bracht haar ook in Sivas.’’

1993 II, nog voor de aanslag met brandende lappen
Carina pakt haar Nederlands-Turkse woordenboek en bladert driftig. De meisjes die ze via haar gastgezin leerde kennen, vraagt ze om context.

Zij nodigden haar uit om mee te gaan naar dit Pir Sultan Abdal Cultuurfestival, een evenement waar democratie en mensenrechten centraal staan. 

Waarom moeten ze plots binnen blijven, wat willen die mensen buiten? 

Klik, iemand fotografeert. De vrouwen poseren grinnikend en maken peacetekens. Dit is zo voorbij, straks staan ze weer lachend buiten. Eén hoofd wendt zich af: de ogen naar het plafond, het gelaat roerloos. Carina…


De laatste foto waar Carina op te zien is, vlak voor de vrouwen die peacetekens maken. Foto: privé 

Wist Carina in welk politiek spanningsveld ze zat?
“Ze roerde zich vooral maatschappelijk, niet direct politiek. Ze was op een festival met veel alevieten, maar had geen speciale band met die bevolkingsgroep. Ik vermoed dat zij zich daarom als eerste zorgen maakte. Alevieten waren die spanningen wel gewend. Daarbij speelde natuurlijk dat ze in het hotel de geruststellende woorden van haar lotgenoten niet helemaal begreep, ze sprak heel basaal Turks.’’

Hoe leg jij altijd het spanningsveld uit, waar Carina middenin zat?
“Ik begin met de rol van de alevieten. Wat mijn ouders en ik ook zijn, overigens. Bij de aanslag waren de meeste slachtoffers alevitische intellectuelen en kunstenaars. Een bevolkingsgroep die binnen Turkije, samen met Koerden en Armeniërs, te maken had met geweld. Waarom? Het is heftig maar ik trek toch weleens de parallel met de tragische positie van de Joden in Europa. Het is zeker niet exact hetzelfde, maar ik doe het om het begrijpelijk te maken.

Het is een achtergestelde groep, die als minderwaardig werd gezien en gediscrimineerd werd. Bijvoorbeeld omdat zij het moslimgeloof vrijer inkleurden. Sivas was een kookpunt in die discriminatie, die helaas na het bloedbad niet stopte.’’

1993 III
Door het hotel rennen mensen. Is er nog een uitweg uit deze vlammen? Banken en stoelen zijn op een rij geschoven en vormen lange corridors. Via gangen en trappen is er een binnenplaats, waar het vuur niet woekert. Een sprong daarnaartoe, van welke hoogte dan ook, is een sprong naar leven. Enkele bezoekers vinden in de rook en het pikkedonker die plaats, zij overleven. 35 mensen redden het niet. Waaronder Carina.

Weet jij wat Carina de laatste minuten van haar leven meemaakte?
“Ik kwam dus Carina’s laatste foto tegen, met haar ernstige blik. Ik wilde het origineel en ik wilde de dame spreken die tegenover Carina zat, als zij nog leefde… Zij was de eigenaar van die foto en zou meer kunnen weten. Ik vond haar, dat kun je in het boek lezen.’’

Ik snap goed dat je die passage voor het boek wil bewaren. Die foto was niet het enige. Haar tas met dagboek bleven achter.
“Het ontroerende is dat ze in dat hotel nog geschreven heeft. ‘Ze moeten Aziz Nesin hebben’... Ze wijst ook duidelijk haar belagers aan: Turkse fundamentalisten, Turks extreem-rechts. Een heldere analyse, van een jong persoon, die waarschijnlijk wist dat het nu om leven en dood ging draaien.’’

Je vertelt dat de overheid een aanslag kon verwachten op dit festival. Je schetst ook dat maar een kleine groep…
“…Politieagenten daar stond… Waarom zo weinig? Moet je vraag zijn. Katalysator in de rellen was de komst van Aziz Nesin naar het festival. Waar Carina over schreef. Vrijdenker Nesin wilde de Duivelsverzen naar het Turks vertalen. Dat, door sommigen blasfemisch beschouwde boek, was destijds zelfs verboden in Turkije. Nesin riep ongekende woede op. Een duidelijk hoger risico op rellen, maar meer beveiliging kwam maar niet.

Dat maakt deze ramp zo veelbesproken. Waarom greep de overheid niet in? Nog geen drie kilometer verderop zaten bijvoorbeeld zesduizend soldaten. Alles wat ik zeg is giswerk, maar ik ben wel gevoelig voor theorieën dat het bloedbad bepaalde elementen in de Turkse staat goed uitkwam.”

Wat speelde daar?
“De politieke Islam was in opkomst, ze haalden bij verkiezingen veel zetels. De zittende macht werd er angstig van. Zonder te kunnen bewijzen dat mensen het gepland zouden hebben, of georkestreerd, kan ik wel zeggen: bepaalde delen van de macht in Turkije kwam de aanslag goed uit… Als zij een aanval van ultrarechtse moslims niet zouden dwarsbomen, was er daarna reden voor bestraffing van die groep. ‘Zie je, ze zijn levensgevaarlijk’. Dit bloedbad is politiek ook goed uitgenut. Tegelijkertijd is het beangstigende: die horde van fundamentalisten keek vol vreugde en enthousiasme toe hoe de brand tierde.’’

In die gedachte is het bloed van deze mensen vergoten, om een politiek spel.
“Het is een griezelige gedachte, ik kan ook niet zeggen dat de aanslag gearrangeerd is, maar ik durf het ook niet uit te sluiten.’’

Jij schreef een boek over Carina, maar bezocht haar graf nog nooit, begreep ik.
“Dat klopt. Dat ga ik in juli, na alle publiciteit, doen. Ik heb met de familie een hele goede band opgebouwd. Bij haar graf zet ik eigenlijk pas mijn laatste punt.’’


Carina Thuijs. Foto: privé 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant