Column Ben Beijer bekijkt 't anders

Column Ben Beijer bekijkt 't anders

Veranderd

Opinie

Zaterdagmiddag stond ik in Zeddam langs de lijn naar onze kleinzoons en hun voetbalvrienden te kijken. Het zou volgens de weersverwachting droog zijn, maar als zo vaak afgelopen tijd viel er een koude motregen. 

Vorige week reden wij nog met de kap van de cabrio op zomerstand door de Achterhoek. Toen wij een ijssalon zagen, zei mijn Anke dat ze wel zin in een ijsje had. Blijkbaar heb ik een verkeerd plaatje aangewezen en werd het een ijsje extra large. Zoals ik zaterdag met een dikke jas aan genoot van dampende koffie, genoten we vorige week zondag op een bankje langs de weg met een ijsje van de warme lentezon. Niets zo veranderlijk als het weer hoor ik u al denken. Net toen wij op wilden stappen kwam er een cabrio uit lang vervlogen tijd voorbij. Een lelijke eend met opgerolde kap en een jong stelletje dat enthousiast naar ons zwaaide. 

Zo’n vrolijk makend moment in de zon doet me denken aan de tijd dat wij voor het eerst met een tent op vakantie gingen, volgens de verkoper destijds, een ‘ bungalowtent’. We waren er blij mee ,maar een bungalowgevoel zochten wij niet geloof ik . We zochten op de camping altijd een mooi plaatsje. Niet vlak bij de toiletten, maar wel dichtbij genoeg om bij regen op tijd op de plaats van bestemming te zijn. Het is denk ik net als met die lelijke eend, zeker niet de mooiste cabrio maar wel een waar je blij van werd. De eend leek van golfplaten gemaakt en als ik vluchtelingenkampen zie, lijken de meeste onderkomens ook uit dat materiaal te bestaan. Je zou die cabrio-eend van die jongelui met wat fantasie als een soort solidariteitsbetuiging op wielen kunnen zien aan daklozen op een vluchtelingenkamp. Positief denken noemt men dat ook wel.

U kent dat wel, het glas niet half leeg maar halfvol hebben. Als we naar de wereld kijken is het glas in ons land meestal halfvol. Toch is de wereld dichtbij ook veranderd. In Duitsland praat men weer over invoering van de dienstplicht in verband met de dreiging van Poetin. Doet mij denken aan mijn dienstkameraad in die koude oorlogstijd.

Jan kwam uit Bergen aan Zee en was een levensgenieter pur sang. Hij genoot van het leven en de meisjes. Jan liep op iedereen af die hij leuk vond. Hij had een vaste openingszin: Je kent me geloof ik niet meer toch? Als de aangesproken jonge vrouw niet direct positief reageerde ging Jan over tot de vervolgzin: Jij bent een heel knappe vrouw ‘Annie’. Jan vertelde zijn kamergenoten dan, er blijven vervolgens twee kansen, zij doet net of ze Annie heet of ontkent dat. In dat laatste geval heb je een prima herkansing met: Ik dacht al wel, wat ben jij spectaculair in je voordeel veranderd.

Goed gaon 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant